Laat horen waar je zin in hebt, wat jouw behoefte is. Opkomen voor je behoeftes kan lastig zijn.
Ontkennen heeft geen zin.
Opkomen voor wat je wilt is onontkoombaar. Anders kom je zelf in het nauw. Een kwestie van vertrouwen?
Wat is jouw meest verstorende innerlijke riedeltje?
We hebben vermoedelijk allemaal een wond rond behoeftes. Als je als kind onvoldoende werd gezien en geliefd, zul je later niet makkelijk voor je behoeftes opkomen. Je weet misschien niet eens wat je behoeftes zijn of je bent bang om ze uit te spreken. Direct opkomen voor wat je wilt is namelijk ook doodeng en spannend, je kunt namelijk ook worden afgewezen of gestraft.
Vooral als je ouders onbereikbaar waren, moest je al heel jong net alsof doen dat je geen behoeftes had. Je bent je misschien langzaam maar zeker gaan realiseren dat er niemand werkelijk voor je was. Dit deed zo’n pijn dat je uiteindelijk tot het grootse besluit kwam:
‘Ik kan het wel alleen. Ik heb niemand nodig. Ik heb geen behoeftes.’
Maar jij weet ook wel dat dat niet waar is, het was je overlevingsstrategie. De meeste mensen hebben een soort onafhankelijkheid. Maar dat is een eigenlijk een valse onafhankelijkheid, want je hebt wel degelijk iemand nodig! Je draagt een diep verdriet in je mee over dat wat je niet hebt gekregen.
Een baby heeft al behoeftes. De basis van hoe je nu met je verlangens omgaat, is gevormd nog voordat er een ‘ik’ was. Als baby keerde je naar je moeder toe, als het object dat alles gaf en alles had wat jij op dat moment nodig had. Dat was puur instinctief. Niemand had je daarvoor geleerd hoe te zuigen. En hoe je samen een band aanging met je moeder, gebeurde ook onbewust. Het is instinct. Het is levensenergie, een biologische intelligentie die iedereen heeft. Het is de NATUUR.
Als baby wilde je maar één ding, de borst, verbinding, voeding, aandacht. Als je moeder je haar borst gaf, leerde je vertrouwen op het leven dat je behoeftes vervuld werden, dat je krijgt wat je nodig hebt en dat je mag genieten.
Ideaal is het, als je moeder helemaal in staat was om in de symbiose te gaan.
Als ze dit niet kon, om wat voor reden dan ook, ging jij je eigen levensenergie ook kleiner maken. Als kind ervaarde je op instinctief niveau dat je werd afgewezen doordat jouw behoeftes groter waren dan dat jouw moeder je in je behoeftes kon vervullen.
Hierdoor ontwikkelde je van binnen een cynisch mechanisme dat ging werken zodra je behoeftes zou kunnen voelen. Dit mechanisme is gebleven, ook tijdens je verder groei en ontwikkeling. Je ontkende je behoeftes. En als deze er wel waren werd je nog eerder boos of bitter.
Strategieën
Je dient eerst je behoeftes te leren kennen en vervolgens ga je onderzoeken hoe je ermee naar buiten kunt komen. Meestal verwacht je dat een ander gewoon weet wat je nodig hebt en voor je zorgt. Je laat de ander bij wijze van spreken raden wat het is. Er om vragen is zo vernederend en het kan afgewezen worden. Alleen, als je gewoon verwacht dat je krijgt wat je nodig hebt, meestal zelfs de ander laat gokken wat dat dan is, blijft het altijd een lot uit de loterij. Krijg je het of niet? En zo ja, krijg je dan wat je nodig hebt of krijg je iets anders? Je kunt het ook gaan opeisen, dat is ook een manier, maar ook dat werkt vaak niet.
Wat houd je tegen om werkelijk uit te komen voor je behoeftes?
Wellicht heb je een overtuiging dat je het niet verdient of dat je het toch niet zult krijgen. Het resultaat daarvan is dat als je het dan eindelijk uit, dit met weerstand en een negatieve verwachting is. Je gelooft namelijk echt dat je het toch niet krijgt. Dus saboteer je het en jezelf. Dan hoef je je ook niet afgewezen te voelen, want je verwachtte toch al niets. Onbewust richt je het zo in dat je niet krijgt wat je wilt.
Een kind verwacht dat de ouders zijn behoeftes kunnen raden, wat zij overigens lang niet altijd kunnen. Nu, als volwassen vrouw, ben je in staat om te vertellen wat je nodig hebt. De oplossing is dat je een manier vindt om te communiceren over wat je wilt, zonder dit op te eisen. Je hebt strategieën ontwikkeld die je verhinderen met je behoeftes naar buiten te komen. De rol die je bent gaan spelen bedekt je behoeftes. Dus is het eerst zaak om je strategieën te ontdekken. Hier de vier belangrijkste op een rijtje:
Ik heb het niet (meer) nodig.
Je hebt het opgegeven. Als kind werden je behoeftes niet herkend. Je voelt je in de steek gelaten, afgewezen, ongeliefd en ongewenst. Daardoor heb je je teruggetrokken. Je speelt de rol van de afwijzende, teruggetrokken figuur die niets nodig heeft. Je gaat je behoeftes ontkennen en verwerpen. Als je er niet werkelijk bent, hoef je ook geen behoeftes te hebben. De overtuiging die is ontstaan, is dat je er pas gewoon kunt zijn als je niets nodig hebt. Dan kun je je eindelijk ontspannen. Maar met deze overtuiging zit je op een vulkaan! Je veroordeelt jezelf daarvoor, en je veroordeelt ook anderen die wel met hun verlangens komen. Stiekem benijd je hen wel, maar dat zul je nooit toegeven!
Het is er niet voor mij, het is nooit wat ik echt nodig heb of wil.
Je kunt alleen voelen dat je bestaat als je iets nodig hebt. Je bent volledig geïdentificeerd met je ondervoede deel. Als kind kreeg je niet genoeg verzorging of voeding. Je leerde je te beschermen door van binnen te verstijven en af te splitsen van je behoeftes. Deze spanning is deel van je identiteit geworden. Het werd een overlevingsstrategie om ervan uit te gaan dat het er toch niet voor je is. Onbewust is je overtuiging dat je, om te overleven, nooit vervuld moet raken. Je vraagt meer en meer, maar wijst het af als het er werkelijk is. Dan klaag je dat het net niet het juiste is. Je kunt het onmogelijk vertrouwen. Je speelt een rol van beschikbaar en afhankelijk te zijn, maar daaronder heb je de mogelijkheid verloren te ontspannen en te ontvangen. Als anderen goed voor zichzelf zorgen, ben je jaloers. Als zij het je aanbieden, ben je niet in staat het te ontvangen en accepteren.
Ik heb zoveel te geven.
Ik wil dat je me nodig hebt. Je richt je eigen behoeften op anderen. Als kind leerde je je af te sluiten voor wat spontaan kwam, want dat werd afgestraft of belachelijk gemaakt. Nu heb je de overtuiging dat je het alleen krijgt als je goed voor anderen zorgt. Je zoekt uit wat de ander nodig heeft en geeft dat, vaak zelfs nog voordat hij zelf weet wat hij nodig heeft. De rol die je speelt is die van onzelfzuchtige gever, maar ondertussen kook je bijna over van ontkende behoeftes. Je vertrouwt niet dat jijzelf het geschenk bent, het enige geschenk dat je kunt geven.
Je geeft en geeft van alles en nog wat en uiteindelijk raak je daardoor leeg. In wat je geeft voel je je niet gezien, daardoor voel je je in de steek gelaten en verraden. Maar als iemand je iets terug wil geven, ontloop je dat, kun je niet ontvangen. Op een negatieve manier voel je je leeg en teleurgesteld. Eigenlijk wilde je iets terug voor al dat geven. Als je niet krijgt wat je verwacht, is er eerst teleurstelling; daarna ga je iemand de schuld geven. Je wordt boos, wrokkig en haatdragend. Het wordt een vicieuze cirkel: geven, teleurstelling, boos worden… en dan het weer goed maken, dus weer gaan geven.
Ik ben sterk en machtig, ik heb niets nodig.
Je wijst alle behoeftes af. Je vecht ertegen door niets nodig te hebben. Als kind leerde je dat afhankelijk zijn kinderachtig was. Al op jonge leeftijd moest je sterk en groot zijn. Onder druk van de situatie heb je je behoeftes opgegeven en koos je voor de macht van de sterkste. Je ouders gebruikten je om hun idealen te verwezenlijken. In alles moest je het beste zijn. De rol die je speelt is die van leider, je straalt kracht en zelfovertuiging uit.
Het geeft je een gevoel van onafhankelijkheid. Je voelt je zelfstandig en vrij, maar je moet alert blijven zodat geen enkel ander deel aan de oppervlakte komt. Alles moet je onder controle hebben en houden. Je zult nooit toegeven dat ook jij behoeftes hebt. Van binnen ben je er echter voortdurend mee in gevecht. Je wilt dat anderen dichtbij komen, maar als dat gebeurt is dat veel te bedreigend. Je bent ervan overtuigd dat jij de macht in handen moet hebben om er te mogen zijn. De controle opgeven voelt als dood gaan, dat zul je nooit doen.
Zolang deze strategieën je behoeden om je natuurlijke behoeftes te voelen, ben je niet echt in staat om lief te hebben en intimiteit te ervaren. Als je steun hebt gemist of er was onvoldoende liefde of zorg, zul je dat meestal gaan zoeken in anderen. Je ontmoet iemand waarvan je het gevoel hebt dat die je verlangens kan vervullen en daarop projecteer je dan al die onvervulde behoeftes en verlangens. Daaraan is natuurlijk nooit te voldoen. Je waarheid begint bij het leren kennen van jezelf.
Wat zijn jouw behoeftes?
- Maak een lijst van al je behoeftes. Klein of groot, het maakt niet uit
- Wees eens niet bescheiden. Een kind is in wezen ook niet bescheiden!
- Wat heb je echt nodig of waar heb jij behoefte aan?
- Wat zou je zo graag willen?
- Wat ontspant jou, of geeft je een goed gevoel?
- Hang de lijst ergens waar je hem elke dag kunt zien. Je kunt hem ook blijven aanvullen
- Lees de lijst elke dag met aandacht door
- Neem de komende tijd verantwoordelijkheid voor je behoeftes. Laat het niet afhangen van iemand anders
- Misschien is het maar iets heel kleins wat je doet, misschien vijf minuten rusten een meditatie of een boek lezen of een afspraak maken
- Geef jezelf toestemming om weer te leren voor jouw behoeftes te zorgen
Geef een reactie